Topsectoren en onderwijsinnovatie
Begin 2011 werd het topsectorenbeleid van ELI gepresenteerd, als onderdeel van het ‘nieuwe bedrijfslevenbeleid’. Hiermee biedt de overheid innovatiestimulansen (€ 1,5 miljard) meer gericht en vooral als maatwerk aan.
Dit beleid is mede gebaseerd op ervaringen in het agrofoodcomplex. Hier werkten de overheid, kennisinstellingen en bedrijven (de gouden innovatie-driehoek) al langer aan een gezamenlijke visie. Er werden meerjarige afspraken gemaakt, de partners beloofden om gezamenlijk te investeren en het onderwijs werd afgestemd op de wensen van bedrijven. Dat beleid, met meer ruimte voor maatwerk en eigen initiatieven, bleek naar ieders tevredenheid te werken.
Met deze weblog willen wij u attenderen op de lancering van www.top-sectoren.nl en informeren over de achtergronden.
Inhoudelijke kaders
Inmiddels zijn voor 10 sectoren met een sterke internationale positie teams met deskundigen (een trekker, een vertegenwoordiger van het mbk, van de wetenschap en de overheid) aan de slag gegaan met de uitwerking, nadat zij medio 2011 hun plannen presenteerden. Medio januari 2012 zijn door Minister Verhagen in een brief aan de Tweede Kamer de voortgang met eerste reacties gebundeld. Zo wordt o.a. gewerkt aan ‘human capital roadmaps’: Op basis van analyses van de behoefte aan goed opgeleide medewerkers in de sector, wordt een agenda opgesteld met een gezamenlijke visie op scholing en onderwijs voor de betreffende sector en concrete bijdragen van onderwijs en bedrijfsleven daaraan. De eerste gepubliceerde ‘human capital agenda’ is van High Tech Systems & Materials.
Vanuit deze helder beschreven en onderbouwde verbanden met onderwijs, wordt dit beleid voor meer dan de direct betrokken onderwijsinstellingen en hun opleidingen interessant. Nieuwe opleidingen moeten zeker binnen dit kader passen om kans te maken op erkenning bij OCW, maar ook bestaande opleidingen moeten inhoudelijk aan blijven sluiten om afgestudeerden goede kansen te geven op de arbeidsmarkt. En daarbij moeten docenten nagaan of het inhoudelijke aanbod en de didactiek nog voldoende aansluiten bij de benodigde eindkwalificaties en competenties.
10 Topsectoren: nieuw bedrijfsleven beleid met hoge ambities
Voor de topsectoren AgroFood, Tuinbouw en uitgangsmaterialen, High Tech, Energie, Logistiek, Creatieve Industrie, Life sciences, Chemie en Water heeft de overheid dus ‘extra aandacht’, evenals voor het later toegevoegde Hoofdkantoren. Het is breed gedragen beleid: niet alleen door het ministerie van ELI, maar ook OCW, BUZA, VWS, Defensie en Financiën.
Uitgangspunt is dat de overheid niet stuurt met regels en subsidies, maar Nederlandse bedrijven de ruimte krijgen om te ondernemen, te investeren, te innoveren en te exporteren. Want niet de overheid, maar ondernemers benutten economische kansen en creëren daarmee economische groei, werkgelegenheid en welvaart.
Op de website Top-sectoren.nl worden kort en krachtig de doelstellingen uiteengezet en op de individuele websites van de topsectoren zijn de opbouw en voortgang van de 10 teams goed te volgen. Hun ambitieniveau is hoog gesteld:
- Nederland in de top 5 van kenniseconomieën in de wereld (in 2020);
- Stijging van de Nederlandse R&D-inspanningen naar 2,5% van het BBP (in 2020);
- Topconsortia voor Kennis en Innovatie waarin publieke en private partijen participeren voor meer dan € 500 miljoen, waarvan tenminste 40% gefinancierd door het bedrijfsleven (in 2015).
In de brief ‘Naar de Top’ beschreef Minister Verhagen in februari 2011, mede namens zijn collega’s op deze departementen, de doelstellingen van het nieuwe bedrijfsleven beleid. Meer ruimte voor ondernemers om te ondernemen en te groeien; onderscheidend zijn op de wereldmarkt; profiteren van de aantrekkende wereldhandel; benutten van groeikansen in opkomende markten; duurzame economische groei bereiken en kiezen voor topsectoren. Nog steeds blijft Nederland achter op het gebied van private R&D-uitgaven van het bedrijfsleven. Vooral MKB bedrijven profiteren te weinig van het onderzoek dat in publieke kennisinstellingen wordt ontwikkeld; een gemiste kans, juist omdat de Nederlandse wetenschap van wereldklasse is.
Tegelijk met dit Topsectoren beleid, schrapt het kabinet overigens wel € 500 mln aan subsidies, om ‘van specifiek beleid naar generiek beleid te schuiven’, met minder lokketten en ambtenaren en minder administratieve lastendruk.
Inzet op de gouden kennis-driehoeken
Deze benadering heeft voor de overheid als doel om ook ‘de institutionele vernieuwing van het kennislandschap’ stimuleren, zoals door het aangaan van nieuwe strategische kennisallianties of bundeling van krachten in het ‘institutenlandschap’. Dit is in lijn met het advies van de Commissie Veerman en sluit aan bij de profilering in het hoger onderwijs en het mbo. Daarom zet het kabinet in op meer vraagsturing en het per topsector opstellen van een gezamenlijke kennis- en onderzoeksagenda door bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid.
Onder kennisinstellingen vallen hier zowel de onderwijs- als onderzoeksinstellingen. Men gaat daarbij uit van een betere samenwerking tussen onderzoek, onderwijs en praktijk. Dat is echter nog niet zo vanzelfsprekend. Hobéon richt zich in diverse opdrachten met succes op de interactie tussen deze partijen en met name tussen de meer op innovatie gerichte, ondernemende ‘creatieven’ die elkaar moeten ontmoeten en zo mogelijk samen iets moeten ontwikkelen: actueel onderwijsaanbod (zoals in de vorm van gastlessen, seminars of workshops) of langer lopende projecten waarin zowel onderzoekers, docenten als studenten met deskundigen uit de beroepspraktijk hun kennis kunnen delen en krachten bundelen om tot iets nieuws te komen.
Regionale clustering: knopen
Binnen regionale clusters worden netwerkvoordelen tussen bedrijven en kennisinstellingen optimaal benut. Veel topsectoren tonen dan ook een geografische concentratie en sommige zijn grensoverschrijdend. Zo worden de Greenports benut, waaronder Venlo, Westland en de Bollenstreek, Brainport Zuid-Oost Nederland, Food Valley in Wageningen, Maintenance Valley in Midden- en West Brabant, Energy Valley in Groningen, BioScience park in Leiden, Health Valley in Nijmegen, Biobased in Zuidwest Nederland, de nanotechnologie in Twente en Delft, de Zuidas in Amsterdam, Schiphol en de haven van Rotterdam. Deze clusters maken integraal onderdeel uit van de desbetreffende topsectoren.
Er wordt geïnvesteerd in Centra voor Innovatief Vakmanschap in het mbo en Centers of Expertise in het hbo. Zo raakt het topsectorenbeleid de actuele discussies over profilering van de onderwijs- en kennisinstituten. In hoeverre kan een onderwijsinstelling zich verbinden aan een regionaal thema uit het topsectoren beleid, als het ook een regionale verantwoordelijkheid neemt ten aanzien van een breed aanbod? Dat zijn knopen die doorgehakt moeten worden, maar waarmee diverse bestuurders nog in de maag zitten. Er zijn ook knopen te leggen, want er is veel te winnen door slim te verbinden.
Regionale ketenanalyses en/of -portretten kunnen daarbij wel helpen. Waar zijn we samen goed in? Waar kan deze regio zich in ontwikkelen en hoe dragen we bij aan de ontwikkeling van een regio vanuit een sterk eigen profiel?
Nieuwe editie Masterplan Bèta Techniek
Tevens stellen de topteams op basis van de human capitalagenda’s een gezamenlijk nieuw Masterplan Bèta en Techniek op, om het bèta- en techniekonderwijs en de aantrekkelijkheid van deze sectoren een krachtige impuls te geven. Dit nieuwe Masterplan bevat de acties die de topsectoren gezamenlijk willen oppakken om verwachte tekorten aan vakkrachten in bèta en techniek terug te dringen. Daarmee lijken de doelstellingen sterk op eerdere edities, die vooral waren gericht op het onderwijs. Nu moeten niet alleen opleidingen aantrekkelijker worden voor jonge mensen, maar moet het bedrijfsleven hen ook kunnen binden en boeien in het vakgebied.
Het Masterplan wordt 7 februari 2012 aan het kabinet aangeboden en begin maart wordt de TK geïnformeerd over de ambities van het kabinet.
Meer informatie
Zodra meer nieuws is over bijvoorbeeld de human capital roadmaps, zullen wij u wederom informeren via deze weblog. In de nieuwe editie van Hobéon Special wordt overigens ook gerefereerd aan de topsectoren in het kader van profilering in het hoger onderwijs en het mbo.
Mocht u naar aanleiding van dit weblog nog vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u contact opnemen met Marvin Leerdam, senior adviseur van Hobéon, telefonisch (070) 30 66 800 of per mail m.leerdam@hobeon.nl.