Blog

Studenten betrokken bij beoordeling nieuwe opleidingen

Nieuwe opleidingen in het hoger onderwijs ondergaan in de regel een zogenaamde toets nieuwe opleiding. Alleen bij een positief resultaat op deze toets is aan de opleiding een erkende graad verbonden. Hoewel het toetsingskader nieuwe opleidingen noch de daarbij behorende handreiking dit heel expliciet vermelden kan een instelling in de praktijk kiezen of men de toets nieuwe opleiding wil laten uitvoeren door de NVAO of door een VBI (zoals Hobéon).

In beide gevallen wordt de opleiding bezocht door een panel dat de kwaliteit van de opleiding zal beoordelen aan de hand van het toetsingskader nieuwe opleidingen. Indien de beoordeling wordt uitgevoerd door een VBI wordt het panel voorafgaand aan de beoordeling goedgekeurd door de NVAO. In het beoordelingskader nieuwe opleidingen  is ten aanzien van de samenstelling van het panel niet voorzien dat studenten zitting hebben in het panel.

Studenten nemen op dit moment dan ook geen deel in de beoordeling van nieuwe opleiding. Dit gegeven is met name de studentenorganisaties een doorn in het oog. Conform een toezegging van minister Plasterk worden blijkens een recente beleidswijziging bij de NVAO vanaf heden studenten toegevoegd aan de panels die een toets nieuwe opleiding uitvoeren.

Opmerkelijk is overigens dat de NVAO voorstelt om daarbij studenten te gebruiken die een contract hebben met de NVAO. Zodoende hoopt de NVAO studenten te kunnen inzetten die beschikken over de vereiste auditdeskundigheid. Hoewel er aan deze oplossing onmiskenbaar voordelen zijn verbonden roept zij vragen op naar de onafhankelijkheid van de studenten. Er is immers sprake van een contractrelatie. Ook staat deze constructie op gespannen voet met eisen die de NVAO stelt aan VBI’s. In het VBI protocol ligt immers een zware nadruk op eisen omtrent onafhankelijkheid van (beoogde) panelleden.

De NVAO stelt (terecht mijns inziens) dat studenten die zitting hebben in een auditpanel een relatie dienen te hebben met de aard van de te beoordelen opleiding. Ook dienen zij qua leeftijd representatief te zijn voor studenten die de te beoordelen opleiding volgen.  De NVAO is voornemens slechts met een beperkt aantal ‘contractstudenten’  te gaan werken. Gezien de grote diversiteit in het opleidingenaanbod in het Nederlandse hoger onderwijs mag worden verondersteld dat met dit beperkt aantal studenten echter niet altijd aan de (door de NVAO zelf gestelde) eisen kan worden voldaan.