OCW kritisch over gebruik naam 'university' door niet erkende hoger onderwijsinstellingen
Begin februari verscheen in BN/DeStem een artikel over de in Breda gevestigde onderwijsinstelling Via Vinci University. In het betreffende artikel wordt onder meer gesproken over de toevoeging ‘university’ aan de naam van Via Vinci.
Het artikel vormde voor CDA kamerleden Biskop en Van Dijk aanleiding tot het stellen van kamervragen aan minister Plasterk. In de antwoorden op de kamervragen staan enkele interessante opmerkingen over het gebruik van begrippen als universiteit, hogeschool en university door tal van onderwijsinstellingen.
In het aangehaalde artikel in BN/DeStem valt ondermeer te lezen: ” (…) Iedere onderwijsinstelling in Nederland kan die benaming (university, FH) overigens ongestraft voeren. Maar, benadrukt Peene, Via Vinci geeft wel degelijk inhoud aan die pretentieuze naam. “Wij bieden opleidingen op masters (universitair) niveau aan, geaccrediteerd door het ministerie. De naam university is in ons geval geen lege huls.” (..) “.
De auteur van het artikel had met simpel deskresearch kunnen vaststellen dat opleidingen in Nederland niet geaccrediteerd worden door het ministerie van OCW maar door de NVAO. Uit het antwoord op de kamervragen blijkt daarenboven dat de instelling in het verleden een aanvraag voor een toets nieuwe opleiding bij de NVAO heeft ingetrokken. Verder zijn blijkbaar wel twee andere opleidingen beoordeeld door een VBI maar zijn de dossiers (nog) niet ingediend bij de NVAO.
OCW wijst er dan ook terecht op dat Via Vinci geen status heeft van een op grond van de Nederlandse wet erkende universiteit of hogeschool. Dat neemt echter niet weg dat een instelling zich wel degelijk universiteit, hogeschool of university mag noemen. In de praktijk zijn hiervan talloze voorbeelden beschikbaar.
Over het gebruik van deze benamingen stelt OCW: “De begrippen hogeschool of universiteit (resp. university) zijn niet strafrechtelijk beschermd. Dat neemt niet weg dat de instelling die de naam universiteit of university gebruikt en de indruk wekt dat zij als zodanig is erkend op grond van Nederlandse wetgeving en dat haar opleidingen zijn geaccrediteerd, zich schuldig maakt aan misleiding.”
OCW schroomt niet om eventueel aangifte bij het OM te doen van misleiding indien de instelling in kwestie eventueel misleidende informatie niet op korte termijn aanpast, zo blijkt uit de casus Via Vinci. Voor instellingen betekent dit dat men goed moet oppassen met het verwijzen naar offciele erkenningen (aanwijzingen) door de overheid. Datzelfde geldt voor een verwijzing naar een accreditatie. Bij laatstgenoemde verwijzing is overigens wel enige ruimte. Immers een ‘geaccrediteerde masteropleiding’ kan dus ook betekenen, een in het buitenland geaccrediteerde masteropleiding. Het noemen van een NVAO accreditatie, al dan niet in combinatie met het daarvoor bestaande beeldmerk, zonder dat de opleiding daadwerkelijk is geaccrediteerd lijkt mij echter wel misleidend.
Voor wat betreft de naamgeving van bekostigde hogescholen heeft de minister overigens recentelijk de naam ‘university of applied sciences’ voorgesteld.