Toetsing is breder dan de toetsprocedures
Eind april publiceerde de Inspectie van het Onderwijs het rapport De Staat van het Onderwijs 2020. In een serie van blogs bespreken Rianne Versluis, Pieter Huisman en Roel van Krieken opvallende bevindingen, ontwikkelingen en aanbevelingen en de mogelijke gevolgen daarvan voor het hoger onderwijs. Dit tweede blog uit de serie gaat over toetsing als kwetsbaar onderdeel van de basiskwaliteit van een opleiding.
Eind april publiceerde de Inspectie van het Onderwijs het rapport De Staat van het Onderwijs 2020. Hierin rapporteert zij over het functioneren van het Nederlandse onderwijsstelsel in het afgelopen jaar. Door de grote druk die de aanwezigheid van het coronavirus legt op het onderwijs, hebben de ministers besloten hun reactie op het rapport uit te stellen. Niettemin is het interessant om het rapport te lezen. Onze adviseurs Rianne Versluis, Pieter Huisman en Roel van Krieken doken in het deel waarin de Inspectie haar bevindingen over het hoger onderwijs weergeeft. Zij spraken met elkaar over opvallende bevindingen, ontwikkelingen en aanbevelingen van de Inspectie en de mogelijke gevolgen hiervan voor de toekomst. Hun observaties zijn vastgelegd in een serie weblogs. Dit tweede weblog gaat over de constatering dat toetsing een kwetsbaar onderdeel is van de basiskwaliteit van een opleiding.
De noodzaak van constructive alignment
Op basis van een analyse van de opleidingsbeoordelingen van afgelopen jaar stelt de Inspectie vast dat toetsing het meest kwetsbare onderdeel is van de basiskwaliteit. Dit geldt met name in het wo, maar ook in het hbo. Roel van Krieken: “Ik vind het mooi dat de Inspectie hier aandacht voor heeft, al geeft de passage in de Staat van het Onderwijs wel een beperkt beeld. Hierin is vooral aandacht voor de perceptie van regels en voorschriften, toetsprocedures en de rol van de examencommissie. Ik denk dat je het breder moet bekijken. Toetsing is namelijk onlosmakelijk verbonden met de beoogde leeruitkomsten, de leerdoelen per module, en de onderwijsactiviteiten. Dit vormt samen één geheel. Er moet sprake zijn van constructive alignment. Ik merk dat het voor opleidingen lastig is om op een holistische manier na te blijven denken over het onderwijs dat zij ontwerpen. En ik begrijp dat ook wel, want in de loop van de jaren worden er veranderingen doorgevoerd in een opleiding, waardoor soms de samenhang tussen onderdelen afneemt. Als de leerdoelen veranderen, dan moeten waarschijnlijk ook de leeractiviteiten en de toetsvormen die je de student aanbiedt, worden herzien. Als je aan één knop draait, dan moeten alle radertjes meebewegen.”
“De coronacrisis versterkt het belang van de aandacht voor constructive alignment”, vult Pieter Huisman aan. “De huidige situatie noodzaakt opleidingen om online onderwijs te verzorgen en ook – delen van – de toetsing online te laten plaatsvinden. De vraag is echter of je op deze manier nog steeds kunt toetsen wat je als opleiding in beginsel beoogd hebt. Nu het ernaar uitziet dat online onderwijs en toetsing een groter aandeel zullen gaan krijgen in opleidingen, is het sterk aan te raden om het ontwerp van de gehele opleiding goed te bekijken.”
Samen terug naar de tekentafel
Roel is het met Pieter eens en benadrukt dat het verstandig is voor opleidingen om terug te gaan naar de tekentafel. “Het is niet mogelijk om alleen de vorm van je onderwijs te wijzigen, analoog of digitaal, en verder alles hetzelfde te laten. Dat kan niet. Je zult ook je onderwijsactiviteiten, opdrachten en toetsen moeten aanpassen. Dat moet in samenhang met elkaar. Soms kom ik situaties tegen waarin docenten super gepassioneerd zijn over het vormgeven en doceren van hun eigen vak. Dat is mooi om te zien. Daar zit de passie, maar mogelijk ook een valkuil. Het komt voor dat na het formuleren van de leeruitkomsten ontwerpers en ontwikkelaars direct de inhoud induiken en achteraf de toetsen aan de modules verbinden. Dat zou eigenlijk andersom moeten. Dit kan eenvoudig via drie vragen: (1) wat wil je studenten leren? (2) hoe wil je dat meten? en (3) wat voor activiteiten moet je studenten aanbieden om dat te realiseren? En dit is een proces dat je bij voorkeur met elkaar, met het gehele docententeam en zo mogelijk onder begeleiding van een onderwijskundige, zou willen doorlopen.”
Meer informatie
Wilt u doorpraten over dit weblog of heeft u vragen? Rianne Versluis, Pieter Huisman en Roel van Krieken staan u graag te woord. Zij zijn bereikbaar via 070 30 66 800 of u kunt contact met hen opnemen via email: r.versluis@hobeon.nl, p.huisman@hobeon.nl en r.krieken@hobeon.nl.
Dit is het tweede deel van een serie weblogs over De Staat van het Onderwijs 2020. Het eerste weblog ging over de aandacht die de Inspectie vraagt voor studiesucces en studentenwelzijn tijdens accreditaties. Het derde deel zal gaan over de noodzaak om de WHW te actualiseren en te verhelderen door ontwikkelingen als flexibilisering. Het derde deel verschijnt binnenkort online.