Pabo's van startbekwaam naar vakbekwaam
In samenwerking met Rianne Versluis.
Goed leraarschap start bij een goede opleiding. Maar een goede opleiding is zeker geen eindpunt. Beginnende leraren moeten de kans krijgen om door te groeien: van startbekwaam naar vakbekwaam[1].
Hernieuwde kennismaking
Evenals zes jaar geleden hebben visitatiecommissies het afgelopen jaar een reeks pabo’s gevisiteerd. Het was geen “deja vu”, maar een hernieuwde kennismaking. Zes jaar geleden stonden de pabo’s zo (negatief) in de belangstelling dat visitatiecommissies elke pabo een dag extra visiteerden; dit op instigatie van de toenmalige staatssecretaris. Een aantal pabo’s kenden we niet meer terug, o.a. door fusie, samenvoeging van locaties, e.d.
De afgelopen zes jaar is er veel gebeurd op de individuele pabo’s en in het landelijk pabo-overleg.
Denk o.a. aan de implementatie van de kennisbases en kennistoetsen, het in samenspraak met het werkveld opstellen van een lerarenagenda en het samen opleiden met de basisscholen
Het congres van de Vereniging van Lerarenopleiders (VELON) besteedt dit jaar expliciet aandacht aan ‘De kunst van het opleiden’.
Bevindingen Inspectie
In het recente inspectierapport (d.d .10 maart 2015) wordt in positieve zin gerapporteerd over de ontwikkelingen op de pabo’s: schoolleiders in het basisonderwijs en de afgestudeerden van de pabo’s beoordelen de voorbereiding op de praktijk (en dan vooral de basale pedagogisch-didactische vaardigheden) en het niveau van de vakkennis overwegend positief. Ook is hun beheersing van rekenen en taal verbeterd. Er zijn natuurlijk nog aandachtspunten: afgestudeerden geven aan dat ze nog weinig weten over het lesgeven aan leerlingen met een achterstand of voorsprong. Eén op de vijf vond het niveau van toetsen en examens op de pabo te laag. Ook de voorbereiding op cultuureducatie, burgerschap en Engels, is nog een aandachtspunt.
Bevindingen Hobéon
Het inspectierapport is voor ons aanleiding om onze visitatie-ervaringen op een rijtje te zetten.
Pabo's zelfbewuster
Tijdens “onze” visitaties viel op dat pabo’s zelfbewuster dan zes jaar geleden het proces van accreditatie waren ingegaan.Zo zagen we bij de beoogde eindkwalificaties dat pabo’s zich durven te profileren en niet alleen de bekende SBL competenties[2] volgen. Onderzoek in samenwerking met het bijbehorende lectoraat is gemiddeld meer afgebakend als onderdeel van de beoogde eindkwalificaties. Daarmee brengen de pabo’s focus aan in hun opleiding. De beoogde eindkwalificaties ‘sturen’ vervolgens de inrichting van het opleidingsprogramma en van het toetsen en beoordelen.
Veel pabo's zijn met interessante varianten en afstudeerrichtingen bezig: 3-jarige vwo-route, universitaire pabo's, pabo plus routes, e.d. Ze zijn vooral van belang om de relatieve mono-cultuur in de basisschoolteams op termijn te doorbreken. Dit leidt tot een gevarieerd aanbod aan leerkrachten.
Maar… hoe slaag je er in de slimmeriken te behouden voor het onderwijs op de werkvloer? De werkgever moet daarin ook een actieve rol vervullen.
In de beoogde eindkwalificaties is de invulling van de internationale dimensie, weliswaar veel beter dan 6 jaar geleden, maar nog wel aan de zuinige kant.
Er ontstaat consensus over de plaats van praktijkgericht onderzoek, namelijk: een noodzakelijke beroepsvaardigheid binnen het repertoire van startende beroepsbeoefenaren in het kader van life long learning. Een aantal pabo’s heeft een sterke onderzoekslijn, met oefenonderzoek in jaar 3 bij wijze van generale repetitie[3]. Studenten zelf merkten tijdens de audits op, dat zij in hun onderzoekende houding en hun praktijkgerichte onderzoeken vaak het voorbeeld zijn voor de leerkrachten op de basisschool. Onze aanbeveling: laat studenten in praktijkonderzoek niet alleen probleemanalyse doen, maar ook succesanalyse.
Cesuur
Een belangrijke vraag in het onderwijs is altijd: waar leg je de cesuur? We troffen bij de pabo’s veel aandacht aan voor toetsing en beoordelen, normvinding en rubrics[4], niet alleen bij praktijkonderzoek, maar ook door het hele curriculum en bij de eindassessments. Pabo's zijn hierin veel verder dan 6 jaar geleden. De invoering van de kennisbases met bijbehorende toetsen vergt wel een nieuwe afweging in het toetsprogramma . Soms dreigt toets-overload.
Aandacht voor zelfreflectie student
Pabo’s hebben hard gewerkt aan de theoretische onderbouwing van 'eigen visie van de student op professie en leraarschap'. De student komt nu, zo lijkt het ons, veel rolvolwassener aan op de arbeidsmarkt, dan zes jaar geleden. Minder “ego-verhalen”. Theoretisch gefundeerde reflecties krijgen de overhand. Nu we het toch over reflectieverslagen hebben, papieren “reflecties” zijn bij pabo’s nog dominant, maar we hebben inmiddels ook mooie alternatieven gezien, bijv. uploaden van filmpjes van lessen.
Werkplekleren
Alle pabo's hebben zeer geïnvesteerd in de relatie met het werkveld en in het werkplekleren, o.a. in de vorm samen opleiden, al dan niet in gesubsidieerde opleidingsscholen en academische opleidingsscholen. Gesprekken over de vraag “hoe komt de kennisbasis en hoe komt het onderzoek nu terug in het werkplekleren?” en over de vraag “wordt er ook echt opgeleid in/door het werkveld?” kunnen nu echt gevoerd worden. De professionalisering van de opleiders in het veld is daar waar het gaat om het begeleiden van studenten en het samen opleiden vooruit gegaan. Mooie praktijken van werkplekleren met krachtige impulsen van het lectoraat tot in het werkveld toe, zijn geen uitzondering meer.
Toch leuk om in de slipstream van de accreditatie een subsidieregeling van OCW over opleidingsscholen te beoordelen.
Toelating
Bij de visitaties konden we nu voor het eerst vragen naar de naar nieuwe aanmeldingsperiode en de studiecheck. Pabo's verschillen van elkaar in de mate waarin ze hierin investeren en onderzoek doen en in de mate waarin zij hun studenten volgen. Alle pabo’s treffen in dat verband veel maatregelen vóór de poort en na de poort.
Vanaf komend studiejaar moeten mbo'ers en havisten toelatingstoetsen doen voor geschiedenis, aardrijkskunde en natuur & techniek, als zij in die vakken geen eindexamen hebben gedaan.
Aandacht voor opleidingsdidactiek
De oude mantra ''de pabo-opleiding is veel maar niet al te moeilijk” begint onder invloed van de kennisbasis, kennisbasistoetsen en een andere populatie van studenten te veranderen.
Pabo's zijn in hun onderwijsaanbod actueel en lopen ook wel vooruit op de basisscholen, bijv. ten aanzien van passend onderwijs en opbrengstgericht werken. Mooie onderwerpen die, echter, zo af en toe de noodzakelijke aandacht voor de theoretische onderbouwing van opleidingsdidactieken (o.a. die van het werkplekleren) erg afleidt. Pabo's kunnen nog harder nadenken over hun opleidingsdidactiek en dat vervolgens hun studenten leren.
Een flink aantal pabo’s krijgt samen met het werkveld meer oog voor de zogenaamde inductiefase.
Dat stimuleert ook op dit terrein de samenwerking tussen de opleiding en de basisscholen.
Verschillen
Terug naar het inspectierapport. Er zijn verschillen tussen de pabo’s. De inspectie noemt een aantal zorgelijke punten, maar overwegend is het inspectierapport positief: pas afgestudeerde juffen en meesters hebben meer vakkennis dan hun voorgangers, zeggen schooldirecteuren. Negen van de tien afgestudeerden zeggen geleerd te hebben duidelijke lesdoelen te stellen, gevarieerde en passende les-series te ontwerpen, voor een ordelijk verloop in de les te zorgen, een veilig pedagogisch klimaat te scheppen en leerlingen duidelijk te maken welk gedrag van hen verwacht wordt.
Niet gek voor een hbo-bacheloropleiding.
______________________________________________________________________________________________________________________________
[1] Dat zegt inspecteur-generaal van het onderwijs Monique Vogelzang naar aanleiding van het inspectierapport “beginnende leraren kijken terug”. [2] SBL competenties zijn competenties vastgesteld door Stichting Beroepskwaliteit Leraren.
[3] Tijdschrift voor Lerarenopleiders 35(3) 2014, met twee artikelen over de zin en reikwijdte van praktijkonderzoek in educatieve hbo-opleidingen.
[4] Rubrics zijn technisch en inhoudelijk het vehikel om cesuurbepaling beter te funderen.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Ruud van der Herberg of Rianne Versluis.