Blog

Ambitieuze plannen OCW vergen herprofilering mbo-instellingen

Drie rapporten verschenen afgelopen najaar over het mbo: Naar meer focus op het mbo (‘Commissie Oudeman’), Naar meer doelmatigheid in het mbo (‘Commissie Hermans/Van Zijl’) en Besturing en onderwijskwaliteit in het mbo (Inspectie van het Onderwijs). De rapporten waren bij het opstellen op elkaar afgestemd en mede daardoor in hun aanbevelingen sterk samenhangend.

De adviezen vormen een opmaat tot een debat over de toekomst van het mbo. Vorige week verscheen het actieplan ‘Focus op Vakmanschap 2011-2015’. Wie het actieplan leest, zal tot de ontdekking komen dat daarin vrijwel alle bevindingen uit de drie voornoemde rapporten hun plek hebben gevonden in de vorm van voorgenomen beleid.

De plannen van de minister zijn ambitieus en veelomvattend. Ze adresseren zo ongeveer alles wat een mbo-instelling aangaat: toezicht, opleidingsstructuur, toelating, bekostiging en kwaliteitszorg. Hieronder gaan wij in een eerste van een serie bijdragen nader in op de gevolgen van de beleidsvoornemens uit het actieplan voor mbo-instellingen.

Vijf pakketten

De vele plannen zijn geclusterd in vijf zogeheten ‘pakketten’ te weten:

  1. Leeftijdsgrens 30 jaar voor bekostigd mbo.
  2. Bekostiging, verkorten opleidingen, drempelloze instroom.
  3. Kwaliteitsborging.
  4. Kwalificatiestructuur en aanbod opleidingen.
  5. Centraliseren vavo.

Voor elk pakket gelden andere termijnen waarop wetsvoorstellen worden besproken in de ministerraad en ingediend in de Tweede Kamer. Ook de beoogde inwerkingtreding van de pakketten verschilt. Naar het zich laat aanzien zal de komende periode publicitair veel aandacht uitgaan naar de invulling van de 30-jarigenmaatregel (pakket 1).

Aan het actieplan is een uitvoeringsprogramma (Programma MBO 2015) verbonden. Het programma wordt aangestuurd door minister van Bijsterveldt en zal rond de zomer van 2011 van start gaan.

Kernvraag en vervolgvragen

Los van de vraag hoe en wanneer de plannen van de minister exact gestalte gaan krijgen: één ding is helder. De mbo-instellingen zullen zich opnieuw moeten beraden op hun profiel. Ieder zal zich de vraag moeten stellen:

Wat voor instelling willen en kúnnen wij de komende jaren zijn?

In deze kernvraag komen veel andere vragen samen, zoals:

  • Profileren we ons vooral als Vakschool (of een andere geïntegreerde VMBO-MBO-route)? En welke plek geven we daarbij aan wat nu ‘entreeopleidingen’ gaat heten (de AKA- en niveau 1-opleidingen die een eigen plek gaan krijgen in het stelsel).
  • Of profileren we ons vooral naar de niveaus 3-4 en de doorstroom naar associate degree en vierjarig hbo ? Gaan we hier werken aan opleidingen die sterk gezwaluwstaart zijn met het hoger onderwijs?
  • Of hebben we een dubbel profiel? En hoe combineren we dan deze profielen tot één geheel?
  • En hoe plaatsen we in dit geheel onze huidige rol in het kader van opleiding en scholing van volwassenen, EVC en andere loopbaangerelateerde diensten?

Versterking rol bedrijfsleven

De minister geeft in het Actieplan vanzelfsprekend geen antwoord op deze profileringsvraag, maar heeft wel een duidelijke boodschap. Het bedrijfsleven bepaalt mede en sterker dan tot dusver wat er in het beroepsonderwijs gebeurt. Nationaal, in het kader van onder andere de te vormen Stichting beroepsonderwijs bedrijfsleven die de kwalificatiedossiers gaat beheren. Maar vooral regionaal, als de partner van de mbo-instelling in het vaststellen van een helder instellingsportfolio in de komende jaren.

De profileringsvraag – wat voor instelling willen en kunnen wij de komende jaren zijn – is dan ook een vraag die een mbo-instelling deels zichzelf moet stellen, maar zeker ook zal moeten bespreken met het bedrijfsleven en andere stakeholders in de regio.

Veel instellingen zullen kunnen aangeven dat zij op dit punt nu al samen optrekken in de regio. De komende jaren zullen echter ongetwijfeld hogere eisen worden gesteld aan de reikwijdte en aan de aantoonbaarheid daarvan. In het kader van de planning van onderwijsvoorzieningen zullen ook eisen worden gesteld aan de (cijfermatige) onderbouwing van keuzes die hieruit voortvloeien voor profiel en portfolio.

Parallel met hbo

Het Actieplan komt overigens op een moment dat in het hoger onderwijs een vergelijkbaar profileringsdebat gaande is naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie Veerman. Ook op andere punten (kwaliteitszorg, onderwijsplanning) raakt het Actieplan aan vergelijkbare ontwikkelingen en praktijken in het hbo. Het is dan ook verstandig dat mbo-instellingen hun licht opsteken bij hun collega’s in het hbo.

Vragen?

Hobéon heeft een uitgebreide onderzoeks- en adviespraktijk ten aanzien van de ontwikkeling van het profiel en assortiment van mbo-instellingen en hogescholen. Wilt u over onze expertise en dienstverlening op dit vlak meer informatie, neem dan contact op met Fred de Bruijn en Ruud van der Herberg, beiden partner van Hobéon, via (070) 30 66 800.