Van ketenreview naar ander eigenaarschap in het hoger onderwijs?
‘Hogescholen en bedrijven/organisaties (bedrijfsleven) hebben elkaar nodig om de vraag naar en het aanbod van opleidingen op elkaar af te stemmen. Scholen en bedrijfsleven vormen met elkaar een keten, waarin beide partijen aan onderwijskwaliteit werken.’
De hierboven geformuleerde zin staat in de omschrijving van een product dat Hobéon beschikbaar heeft voor haar opdrachtgevers, het zogenaamde ketenreview, een product dat ook wordt ondersteund door de research en development afdeling van Hobéon. Een product waar bovendien steeds meer vraag naar is. Door middel van ‘het ketengesprek’ kan een onderwijsinstelling via een ronde tafel bijeenkomst met ketenpartners (o.a. het bedrijfsleven, brancheorganisatie, lokale overheid, MBO, HBO en universiteiten) in kaart brengen hoe de samenwerking in de keten verloopt.
Vraag en aanbod van onderwijs
Mijn oog viel op deze productomschrijving in het kader van de interne management review die door de directie van Hobéon jaarlijks wordt uitgebracht.
Hobéon biedt een product aan dat toch eigenlijk geen product zou mogen zijn. Onderwijs is toch een dienst die door instellingen aan de samenleving wordt aangeboden en is, zo zou je althans verwachten, ingericht conform de wensen van de samenleving? Zo zou het moeten zijn, maar zo is het niet. Onderwijsinstellingen bieden aan de samenleving producten waarvan zij denken dat het goed is voor de samenleving. Onderwijs is nog steeds en in hoge mate aanbod gestuurd.Die laatste ontwikkeling van het onderwijs is historisch zeer verklaarbaar. Onderwijs en zeker ook hoger onderwijs was vele jaren geleden zeker niet voor ieder individu beschikbaar. Langzaam aan is in het laatste kwart van de vorige eeuw ook hoger onderwijs toegankelijk geworden voor iedereen die het geestelijke vermogen had om te studeren. Onderwijsinstellingen zijn publieke instellingen geworden (met uitzondering van een beperkt aantal commerciële spelers), een situatie waar de nodige tussenstappen aan zijn vooraf gegaan. Maar door het publieke karakter wordt door de instellingen vooral onderwijs aangeboden waarvan de instelling vindt dat de samenleving daaraan behoefte heeft.
Het is echter de vraag hoe lang dat zo zal blijven. Bedrijven en maatschappelijke sectoren roepen al decennia lang dat de inhoud van de opleidingen in het hoger (beroeps) onderwijs niet aansluit bij de behoefte van bedrijven en instellingen. Onderwijsorganisaties legitimeren hun relatie met het werkveld door te wijzen op het bestaan van beroepenveldcommissies of werkveldcommissies die regelmatig kijken naar de inhoud van curricula in relatie tot dat wat aan behoeften in het werkveld wordt vastgesteld. Maar of daar nu de gewenste afstemming tussen vraag en aanbod van onderwijsinhoud door zal gaan ontstaan is zeer de vraag.
Instellingen voor hoger onderwijs, publiek zowel als commercieel, hebben hun eigen hang naar continuïteit die vooral leeft bij bestuur en management. De stap naar instellingen voor hoger onderwijs waarbij het eigenaarschap in handen is van branche organisaties of samenwerkende mkb bedrijven is nog niet gemaakt. Maar de behoefte aan het product ‘ketenreview’ geeft aan dat dat wel eens zou kunnen gaan veranderen.
Vragen?
Wilt u meer informatie over het ketenreview, de samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven en de aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt? Neem dan contact op met Ruud van der Herberg via telefoonnummer (070) 30 66 800 of r.vdherberg@hobeon.nl.