Hoe verder met EVC?
“Gaan we nog door met EVC, en zo ja hoe dan?” Deze vraag zal menig onderwijsbestuurder zich al hebben gesteld. En anders komt die vraag de komende tijd wel. Veel EVC-aanbieders worstelen immers met de vraag hoe ze verantwoord door kunnen blijven gaan met EVC. De landelijke vraag naar EVC-trajecten is weliswaar substantieel en het potentieel is nog veel groter. Maar ook het aanbod aan EVC-aanbieders is heel groot. En de meeste EVC-aanbieders hebben een breed aanbod aan EVC-procedures. Daardoor is bij veel aanbieders het aantal gerealiseerde EVC-trajecten bedrijfseconomisch niet haalbaar. Maar ook de kwaliteit kan dan in de knel komen. Immers, als de EVC-organisatie en de assessoren te weinig ‘vlieguren’ maken, komt dat de kwaliteit van EVC niet ten goede.
Bij hogescholen lijkt het ondertussen op het scenario van het kinderversje ‘tien kleine negertjes’. De een na de andere hogeschool stopt met EVC. Ook ROC’s komen voor deze afwegingen te staan. Want ook daar is van een ‘macrodoelmatig’ EVC-aanbod in veel gevallen geen sprake.
EVC is vanuit de overheid sterk ingezet als middel om het leven-lang-leren (en werken) te bevorderen. Maar de praktijk is dat veel opleiders EVC vooral zien als een middel om extra studenten te werven. De uitvoeringskosten van EVC zouden dan gecompenseerd moeten worden met extra instroom. En de balans na een paar jaar EVC valt dan tegen, met bovengenoemde gevolgen.
Wat te doen?
Het antwoord is in essentie simpel. Zet EVC in als middel waarvoor het echt bedoeld is: als instrument voor leven-lang-leren. Dat vereist nog een hele slag, zeker in het bekostigde onderwijs waar de focus, de expertise en de gehele bedrijfsvoering gericht is op het opleiden van jongeren in geformaliseerde opleidingstrajecten. EVC is dan louter gericht op het toeleiden van een nieuwe doelgroep naar deze opleidingen. Het inzetgebied zou echter veel breder moeten zijn dan alleen onderwijs. Dichter tegen het instrumentarium aan van HRM en loopbaancoaching. Brede assessments van de ontwikkelbaarheid van personen (dus los van een specifieke standaard), geprofessionaliseerde quick scans van wat iemand in huis heeft, assessments op beroepsoverstijgende competenties, assessments op bedrijfsspecifieke standaarden. Dat laatste komt met de recente Beleidsreactie van Van Bijsterveldt op het advies van de Commissie NLQF-EQF (‘Commissie Leijnse’) misschien iets dichterbij?
In het gebied van loopbaancoaching en mobiliteitsbevordering moet de komende jaren een geweldig EVC-potentieel liggen, afgaande op de ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Daarom is het te meer bijzonder dat het kwaliteitstoezicht - via de Kwaliteitscode EVC en de daarop gebaseerde erkenningen van EVC-aanbieders - nog niet gericht is op ook die toepassingen van EVC.
Terug naar de EVC-aanbieders
EVC vergt een eigen benadering, dicht bij de markt van werkgevers en werknemers waar geambieerde competentiegroei of gedwongen mobiliteit aan de orde is. Een eigen benadering en organisatie, los van die van het regulier onderwijs. Alleen EVC-aanbieders die daar op weten in te spelen, kunnen de komende jaren continuïteit én kwaliteit blijven garanderen.
Vragen?
Wilt u meer informatie over onze EVC producten en diensten? Neem dan contact op met Bas Reijken via telefoonnummer (070) 30 66 800 of e-mail bas.reijken@hobeon.com