Eerste Kamer kritisch over wetsvoorstel versterking besturing (+ update 18 november)
Tijdens de schriftelijke behandeling van het wetsvoorstel versterking besturing in de Eerste Kamer is door sommige senatoren forse kritiek geuit op elementen uit het voorstel. Dat blijkt uit het vorige week verschenen voorlopige verslag. Hieronder stippen wij enkele kritiekpunten aan.
Update 18 november 2009: Memorie van Antwoord, met reactie OCW op kritiek, toegevoegd. Op 22 december 2009 mag Plasterk het voorstel verdedigen in de Eerste Kamer, vervolgens kan stemming plaatsvinden. Bij goedkeuring is invoering voorzien tegen 1 september 2010.
Hoger collegegeld voor tweede studie
Veel aandacht in het voorlopige verslag (en in de media) gaat uit de mogelijkheid voor instellingen om bij een tweede studie het instellingscollegegeld te vragen. Algemeen gedeelde verwachting is dat dit leidt tot hogere collegegelden voor studenten die twee studies tegelijk volgen. De senatoren zijn bang dat de huidige vormgeving van het voorstel leidt tot strategisch gedrag bij studenten en tot vertekende rendementscijfers bij instellingen. Daarnaast vindt men een duurdere tweede studie, in de regel gevolgd door goede studenten, niet passen binnen een beleid dat juist excellentie beoogd te stimuleren.
Kritiek op invoegde amendementen Tweede Kamer
Opmerkelijk is dat de senatoren stevige, steekhoudende, kritiek hebben op elementen die per amendement door Tweede Kamerleden in het wetsvoorstel zijn gestemd. Zo zijn niet alle partijen blij met het bij amendement geïntroduceerde recht voor de medezeggenschap om een lid van de raad van toezicht te benoemen. Ondermijnd dit niet de eenheid van de raad zo vraagt bijvoorbeeld het CDA zich af. Via een ander amendement werd het toevoegen van een studentlid (student-assessor) aan het instellingsbestuur verplicht. Hierover was de VSNU al erg kritisch, nu blijkt dat het amendement ook bij de senatoren op weinig sympathie kan rekenen. Verschillende partijen wijzen er (m.i. terecht)op dat het amendement slecht past in de systematiek van de wet.
Overige kritiek punten
Op andere punten is de kritiek minder eenduidig, maar daarom vaak niet minder relevant. Zo stelt de SP, uit rechtsstatelijk oogpunt terecht, kritische vragen over de nieuwe experimenteerbepaling in de WHW. De senator van D’66 vraagt aandacht voor de inrichting van examencommissies; waarom wel verplicht een docent en niet verplicht een extern lid? De senatoren van de PvdA vragen onder meer aandacht voor het binaire bestel in relatie tot het in de toekomst mogen verlenen van joint degrees. Is het onderscheid hbo-wo wel houdbaar indien Nederlandse hogescholen in de toekomst joint degrees gaan verlenen met buitenlande universiteiten?
Technische tekortkomingen en inwerkingtreding
Tot slot wijzen enkele partijen erop dat de huidige versie van het wetsvoorstel nog ‘technische tekortkomingen’ bevat. Dit is een terechte constatering. Een voorbeeld van een tekortkoming, met mogelijk onbedoeld grote gevolgen, stipte ik op dit weblog enige tijd geleden reeds aan.
Later dit kalenderjaar zullen de senatoren stemmen over het wetsvoorstel. Nog onduidelijk is, ook voor de senatoren zo blijkt uit het verslag, wanneer precies onderscheiden onderdelen uit het voorstel in werking zullen treden. De verwachting is dat, bij goedkeuring door de Eerste Kamer, het gros van de bepalingen van kracht zal zijn per 1 september 2010.
Memorie van Antwoord (update 18 november)
In een uitvoerige Memorie van Antwoord (MvA) pareert OCW de kritiek van de Senaat. In de MvA is er veel aandacht voor het hogere collegegeld voor de tweede studie. Zie hierover berichtgeving van het HOP. Opvallend is voorts dat in de Memorie van Antwoord zeer kritisch wordt gesproken over de student-assessor.