Blog

Herstelperiode accreditatie hoger onderwijs ingevoerd

Begin februari ging de Eerste Kamer akkoord met het wetsvoorstel Versterking besturing. Dit betekent dat de weg vrij is om de aangenomen wijzigingen in de hoger onderwijswetgeving ook, zij het op verschillende momenten, in werking te laten treden.  Per 30 april 2010 zijn de eerste wijzigingen in werking getreden.

Eén belangrijke wijziging is de invoering van een reële herstelperiode bij de beoordeling van de kwaliteit van hoger onderwijsopleidingen.  In de huidige situatie mag een instelling geen nieuwe studenten inschrijven in een opleiding die door keurmeester NVAO negatief is beoordeeld. Deze herstelperiode mag op papier ‘aantrekkelijk’ ogen, in de praktijk  is deze,  in combinatie met de veelal slechte publiciteit van een  negatieve accreditatie, de nagel aan de doodskist van een opleiding.  Immers doordat gedurende de periode geen nieuwe studenten mogen worden  inschreven loopt de opleiding inkomsten mis, inkomsten waarmee de  opleiding juist de kwaliteit zou moeten (en kunnen) verbeteren.

Deze ‘papieren’ herstelperiode in combinatie met de  zware consequenties van een negatieve accreditatie leggen een zware druk op de beoordeling door externe deskundigen. Om deze druk weg te nemen is er vanuit diverse zijden voor gepleit om een soepelere herstel mogelijkheid in te voeren. De wet Versterking besturing komt hieraan tegemoet.

Vanaf heden kan een oorspronkelijke accreditatie van een opleiding worden verlengd voor de duur van (maximaal) 2 jaar. Daar het  oorspronkelijke besluit wordt verlengd blijft de instelling de  mogelijkheid houden om nieuwe studenten in te schrijven in de opleiding  (en hiervoor bekostiging te ontvangen). Het besluit of de betreffende opleiding in aanmerking komt ligt overigens bij de NVAO, een punt waar ik eerder kritische kanttekeningen bij heb geplaatst.

De verwachting is dat met een aangepaste herstelperiode er minder ‘druk’ op een accreditatietraject staat. Hierdoor zou er ook meer ‘ruimte voor verbetering’ moeten komen. De praktijk zal moeten uitwijzen of dit ook gaat lukken of dat critici  - die beweren dat het zwaartepunt nu zal verschuiven naar het niet in aanmerking willen komen voor de herstelperiode - gelijk gaan krijgen.